februari 2019
Ooit wel eens een oudere fles rode wijn geopend? Dan weet je dat er zich depot in kan bevinden. Dit heet ook wel bezinksel of droesem. Het is bij zo’n oude wijn belangrijk om de fles eerst rechtop te zetten (als deze heeft gelegen), zodat het depot naar de bodem van de fles kan zakken. Na het openen van de fles schenk je de wijn voorzichtig in een karaf. De wijn mag niet te lang staan: omdat deze oud is kunnen de aroma’s snel vervliegen en blijft er weinig meer van over. Er wordt wel eens gezegd dat de wijn een tijdje moet ademen, maar dat is bij oude wijn zeer zeker niet het geval.
Hoe ontstaat dit depot? Kleurstoffen en tannines in wijn bestaan bij een jonge wijn uit korte ketens van moleculen. Hoe ouder een wijn, hoe langer deze ketens worden. Op een gegeven moment worden ze zo lang en zwaar dat ze naar de bodem van de fles zakken. De kleur verliest aan intensiteit en wordt van paarsachtig rood heel langzaam bruinoranje. Ook de smaak van de wijn verandert, want de tannines worden zachter.
Bij biologische wijn hoeft het niet eens lang te duren voor er depot ontstaat, omdat sommige wijnboeren er voor kiezen om niet te filteren voor de botteling. Het gevolg is dat er meer deeltjes in de wijn achterblijven. De grotere, zwaardere deeltjes zullen als eerste naar de bodem zakken. Heeft een wijn depot, schenk het laatste glas dan voorzichtig in. Of schenk de wijn eerst in een karaf. Komt er desondanks toch wat depot in het glas terecht, weet dan dat het geen kwaad kan.
Terug naar wijnweetjes